Stephan

BELEVENISSEN VAN EEN DUIVENMELKER
Stephan,
Vijf jaar was hij nu, en ik vond dat hij nu best de leeftijd had om opa echt te helpen in het duivenhok. Drie jaar eerder had ik het ook al geprobeerd, maar toen heb ik een enorme ruzie gekregen met mijn vrouw en jongste dochter.

Na twee minuten bivakkeren bij de jongen duiven zag dat kind er niet uit. Het zondagse pakje zat toen onder de duivenshit en toen mijn vrouw en dochter het onder luid protest aan het reinigen waren, vonden ze ook de shit in het
luierbroekje, maar dat kon onmogelijk van mijn duiven afkomstig zijn geweest.

Hij stond al te trekken aan de grendel van het jongenduivenhok ‘Opa, kom nou!’ riep hij dwingend. ‘ja, ja, opa komt’ antwoordde ik glimlachend ‘even de schoonmaak spulletjes pakken’. Samen betraden we het hok, want nu kon ons niets meer gebeuren, hij had nu oude kleren aan en een stofmasker voor wat bijna zijn hele gezicht bedekte. ‘Nu lijk ik op opa’ had hij tegen zijn moeder gezegd toe hij het masker opzette. (het is dan ook een knap kind).
De winterjongen keken verstoord op toen het kleine manneke ook naar binnen kwam. Met de oude man hadden ze al veel te stellen, dus met die kleine erbij zal het wel niet veel beter worden.

Ik ging als een idioot tegen de jongeduiven staan praten, ‘hallo, jongens dit is
Stephan, die gaat alles voor jullie schoonmaken’. Bij wijze van instemming van mijn woorden stak Stephan een grote stoffer omhoog waarop alle jongen in paniek uit de schappen vlogen. Stephan vond dat niet echt leuk en ging verschrikt achter me staan en mij vasthoudend aan mijn stofjas vroeg hij angstig ‘ze gaan mij toch niet pikken hè opa?’. Ik stelde mijn kleinzoon gerust en schoof de schuifdeur van de andere afdeling open waardoor
de duiven meer ruimte kregen om een goed heenkomen te zoeken.
Stephan slaagde een diepe zucht van verlichting en zei toch nog niet helemaal gerust. ‘We kunnen ze ook naar buiten laten hè opa, ik denk dat ze naar buiten willen opa’.

Ik lachte, ‘nee, jongen ze zijn net buiten geweest, maar opa heeft gewacht met schoonmaken totdat jij kwam om mij te helpen”. Tevreden liet Stephan zich op zijn hurken zakken om vervolgens met veel ijver de grote mestkrabber in de vloer te steken alsof zijn leven er van afhing, ik kon het niet zien (door het masker) maar volgens mij stak het puntje van zijn tong uit zijn mond. Na wat instructies aan mijn kleinzoon te hebben gegeven ging het redelijk goed
met zijn schoonmaakwoede en ik genoot van ons samenzijn.

Na 5 min ploeteren stopte Stephan opeens en trok aan mijn stofjas .’Opa ik moet poepen’ klonk het benepen, ’Poepen!’ sprak ik, ‘je moet drukken zeggen jongen’ sprak ik opvoedkundig. ‘Ik moet niet drukken, ik moet poepen’ zij de kleine krabber nu heel erg dringend. Daar was natuurlijk niets meer tegen in te brengen, hij moest poepen. ’nou, ga maar gauw dan, maar eerst bij mama je handen wassen hoor’ en weg was hij naar buiten.

Ik ging snel verder om de rest af te maken en de restanten weg te werken wat mijn kleinzoon had overgeslagen. Stephan liet nog even op zich wachten en ik besloot om de duivenshit alvast te dumpen in de groene bak, althans dat was ik van plan, maar zover kwam het niet. Ik kon mijn hok niet uit! de grendel zat er keurig op. Ik schoot in de lach, die kleine toch, dat had hij zeker niet expres gedaan om opa een hak te zetten. Ik besloot even op de kleine rakker te wachten, zodat hij straks de deur even voor zijn opa open kon doen en begon mijn winterjongen aan een keuring te onderwerpen. Maar na 10 minuten was dat kleine kreng er nog niet en ik begon het niet leuk meer te vinden.

Een andere mogelijkheid om mijn hok te verlaten was er niet, of ik had een ruit in moeten slaan. Ik begon te roepen en met de stoffer op de deur te slaan: ‘Stephan! Opa is klaar’. Geen enkele reactie, ook niet van mijn vrouw en dochter die waarschijnlijk aan het koffieleuten waren. Het zweet begon me een beetje uit te breken en ik besloot de deurgrendel te forceren en ging bij mezelf te rade hoelang de schroeven waren waarmee ik deze had bevestigd. Die waren 4 centimeter, maar het waren er wel 6, ik besloot nog even te wachten op een klein wondertje van 5 jaar maar er gebeurde niets.
Met behoorlijk kracht duwde ik tegen de deur, maar deze bleef gewoon waar hij was, dat getuigde van behoorlijk vakmanschap al zeg ik het zelf, maar daar had ik nu niets aan, mijn adreline begon te stijgen en ik besloot een aanloop te nemen. Na even vluchtig door het raam te hebben gekeken of er niemand aankwam, vloog ik als een waanzinnige op de deur af die het luid krakend begaf. (bij de scharnieren die schroeven waren korter)

Door de kracht van mijn brute aanval vloog ook ik naar buiten en lande pijnlijk met mijn knieën op de tegels. Met een pijnlijke schouder en geschaafde knieën krabbelde ik overeind en aanschouwde de ravage die ik zelf had aangericht. De keukendeur vloog ook open en mijn vrouw en dochter stormde naar buiten ‘wat is er gebeurt, wat ben je aan het doen?’gilde mijn eega. Enigszins beschaamt en met een pijnlijk vertrokken gezicht vertelde ik hoe deze ramp was ontstaan.’Had dan even geroepen‘ zei mijn dochter kwaad’ dan hadden we de deur even voor je open gedaan, vind je jezelf niet een beetje dom’

Ik gaf het op en zocht naar mijn oogappel die dit eigenlijk allemaal op zijn geweten had. En ja hoor! daar stond hij, achter zijn oma met een waterijsje in zijn mond en een T shirt van mij aan waarop stond I love Pigeons, vragend keek ik mijn vrouw aan. ‘Hij zat onder de stront toen hij binnen kwam, zei ze ‘we zijn net klaar met het schoonmaken van die kleine, zijn kleren zitten nu in de was’. Ik probeerde weer een poging te wagen om te verklaren dat het niet van de duiven afkomstig geweest kan zijn maar dat werd niet in dank
aanvaard.

Stephan liep op mij af en zocht mijn hand ‘Opa de deur is kapot, waarom is de
deur kapot opa?’ Ik pakte mijn kleinzoon op en drukte hem aan mijn borst, ‘omdat ik nu wil weten of jij ook goed kan timmeren jongen, kom maar mee’ en liep enigszins hinkend met hem naar de schuur om gereedschap te halen.
W v Wezel